Nieuw beleid voor betere ondersteuning van personen met een beperking

Personen met een beperking die kunnen aantonen dat zij nood hebben aan ondersteuning, kunnen deze vanaf volgend jaar met een eigen budget aankopen. Maar welke zijn hun mogelijkheden precies? “Vaak is het verwarring troef”, weet Tine van der Vloet, Vlaams Parlementslid voor de N-VA. Daarom zet zij graag nog even de puntjes op de i.

Het decreet over de persoonsvolgende financiering, dat vorig jaar in het Vlaams Parlement werd goedgekeurd, geeft personen met een beperking meer zeggenschap over hun ondersteuning. “Niet de structuren of voorzieningen moeten centraal staan binnen de sector, maar wel de persoon met een beperking zelf”, verklaart van der Vloet, die een diploma orthopedagogie op zak heeft en jarenlang in de sector werkte.

“Uit ervaring weet ik maar al te goed dat zowel voor personen met een beperking en hun familie als voor de begeleiders waarop zij steunen, de communicatie dikwijls zoek is”, zegt van der Vloet. In het Vlaams Parlement hamerde ze daarom recent nog op het belang van duidelijke communicatie naar die specifieke doelgroep. “Ook de berichtgeving over het nieuwe systeem van ondersteuning lijkt in hetzelfde bedje ziek.”

Twee trappen
Dat nieuwe systeem bestaat uit twee trappen: een basisondersteuningsbudget (BOB) van 300 euro en een ander budget voor wie zwaardere zorgnoden heeft. Dat aparte ‘rugzakje’ met ondersteuning is de zorg die je nu krijgt in een voorziening of via het persoonlijke-assistentiebudget (PAB). Het basisondersteuningsbudget kan je gebruiken voor de inkoop van rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH), zoals begeleiding, dagopvang of een verblijf. “Daarvoor betaal je enkel de cliëntbijdrage”, verduidelijkt van der Vloet. “Verder kan je er elke andere mogelijkheid tot zorg mee aanschaffen, van dienstencheques en het inhuren van assistentie-uren tot thuishulp en -oppas."

Geleidelijke invoering
Iedereen die nu op een wachtlijst voor zorg staat, ontvangt minstens het basisondersteuningsbudget, al gebeurt de invoering ervan wel in fasen, van september 2016 tot september 2017. Meer details daarover vind je hier. “Daarnaast trekken we voor ongeveer 5.000 extra mensen met zwaardere zorgnoden een apart, aangepast budget uit. Dat zijn dus 5.000 mensen bovenop allen die nu al geholpen worden”, merkt van der Vloet op.

Ook goed om weten: de bestaande inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) en integratietegemoetkoming (IT) staan los van het nieuwe beleid en blijven gewoon bestaan, net als het hulpmiddelenbeleid. Voor Tine van der Vloet ligt de conclusie dan ook voor de hand: “Met dit nieuwe systeem van ondersteuning zetten we een belangrijke stap naar een beleid dat personen met een beperking meer inspraak en echte zorg en ondersteuning op maat aanbiedt.”