Lijsttrekker Visie 2330, Merksplas
Kruimelpad
Zorgcontinuïteit voor jongvolwassenen met een handicap
Zowel in de beleidsnota van minister Vandeurzen, als via een omzendbrief die het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) op 12 november verstuurde over hun uitbreidingsbeleid voor 2015 was er sprake van. Twee keer werd gesteld dat om de continuïteit bij de overgang van ondersteuning minderjarigen naar ondersteuning meerderjarigen te faciliteren, ze zullen vragen aan de regionale prioriteitencommissie (RPC) om abstractie te maken van nog lopende minderjarigenondersteuning voor jongvolwassenen vanaf 23 jaar.
In mijn vraag om uitleg in de commissie Welzijn heb ik dan ook gevraagd om, uitgaande van de dringendheid van hun zorgvraag, dat er maximaal aandacht geschonken dient te worden aan de continuïteit van ondersteuning. Er zijn heel wat jongvolwassenen met nog lopende minderjarigenondersteuning vanaf 23 jaar. Ook voor hun ouders is het enorm belangrijk dat hier een oplossing wordt gevonden. Wanneer hun kinderen op een wachtlijst komen, gaat dit enorm wegen op de gezinssituatie en zal dit meer specifiek een impact hebben op hun inzetbaarheid in de arbeidsmarkt. Mijn vraag was of deze maatregel volgens de minister voldoende garanties biedt voor deze mensen en welke extra maatregelen de minister zal nemen om deze mensen een garantie op zorgcontinuïteit te garanderen?
Uit de cijfers van de minister blijkt dat 416 jongvolwassenen op 30 juni 2014 nog werden ondersteund in de minderjarigenzorg waarvoor een vraag naar meerderjarigenondersteuning werd geregistreerd bij de Centrale Registratie voor Zorgvragen (CRZ). Volgens de minister is het met de implementatie van het decreet Persoonsvolgende Financiering de bedoeling dat de persoonsvolgende financiering die een jongere binnen de minderjarigenondersteuning krijgt naadloos dient door te lopen als uit een evaluatiemoment blijkt dat de jongvolwassene in aanmerking blijft komen voor een persoonsvolgende financiering.
Ik heb gesteld dat het belangrijk is dat voor al deze mensen zorg op maat wordt voorzien, het is ook niet wenselijk om verder te moeten in de minderjarigenzorg wanneer je meerderjarigenondersteuning verdient en wenst. Dit, en ook de zekerheid die deze jongvolwassenen en hun naaste familie verdienen ga ik daarom van kortbij blijven opvolgen.