Bezorgdheid rond zorgcontinuïteit

Binnen de invoering van het nieuwe decreet Persoonsvolgende Financiering (PVF) is zorgcontinuïteit voor jongvolwassenen steeds één van onze grootste bekommernissen geweest. Met het huidige systeem ontstaat hier immers al te vaak een vacuüm tussen opvang onder en boven de 18 jaar, wat de nodige zorgen met zich meebrengt. In een besluit van de Vlaamse Regering dat op 17 juli 2015 werd genomen ter uitvoering van het decreet PVF stond dan ook dat om de continuïteit van de zorg en ondersteuning voor deze groep jongvolwassenen te realiseren, zij de hoogste prioriteit met het oog op het onmiddellijk ter beschikking stellen van een persoonsvolgend budget voor meerderjarigen krijgen.

Later in het besluit ontstond de indruk het alsof de zorgcontinuïteit beperkt zou zijn tot de groep jongvolwassen die als minderjarigen reeds beroep deed op Niet rechtstreeks toegankelijke hulp (NRTH) gefinancierd door het agentschap en voor wie aangetoond wordt dat ze ook als meerderjarige nood hebben aan niet rechtstreeks toegankelijke en door het agentschap gefinancierde ondersteuning.

Om duidelijkheid te krijgen heb ik op 22 september een Vraag om Uitleg aan de minister gesteld welke jongvolwassenen nu bedoeld worden. Uit zijn antwoord werd alvast duidelijk dat het de bedoeling is om de continuïteit te garanderen vanaf 18 jaar. Ook werd gesteld dat voor de jongeren met een beperking die als minderjarige geen gebruik maakten van niet-rechtstreeks toegankelijke, door het VAPH gefinancierde ondersteuning, de overgang naar de meerderjarigheid niet automatisch gegarandeerd wordt. Deze personen volgen de nieuwe procedure in het kader van PVF. Ter aanvulling; wanneer deze mensen al wel een zorgvraag uitten in het verleden zullen zij wel een basisondersteuningsbudget verkrijgen vanaf 1 januari 2017.

Over de jongvolwassenen in de internaten van het gemeenschapsonderwijs kon de minister nog geen duidelijkheid verschaffen. Hierover zou hij extra gegevens opvragen en die zou hij bezorgen. Dit zal ik dus zeker van kortbij verder opvolgen. Ook heb ik gevraagd om qua communicatie duidelijk te zijn. Jongvolwassenen met een beperking en hun ouders zijn mensen die met het huidige systeem altijd onzekerheid hebben gekend betreffende die zorgcontinuïteit. Net om hen nu duidelijkheid te brengen is het belangrijk alles goed over te brengen, zo kunnen ook zij verder met het plannen van de toekomst.