Lijsttrekker Visie 2330, Merksplas
Kruimelpad
Persoonsvolgend budget zorgt voor zorgcontinuïteit bij jongvolwassenen
Vandaag loopt de overgang van minder- naar meerderjarigheid bij personen met een beperking vaak niet van een leien dakje. Terwijl een minderjarige met een beperking nog terechtkan in een internaat of een andere voorziening, moet diezelfde jongere opnieuw ondersteuning zoeken in een meerderjarigenvoorziening, zodra hij of zij achttien wordt. “Wanneer je zorg moet inkopen, kom je vandaag dus tweemaal op een wachtlijst terecht”, stelt Vlaams Parlementslid Tine van der Vloet vast. “Maar met de persoonsvolgende financiering is die lijdensweg binnenkort gelukkig van de baan: het persoonsvolgend budget zorgt voor zorgcontinuïteit.”
Op dit moment staan ongeveer 700 jongvolwassenen met een beperking op de wachtlijst om een aanbod binnen de volwassenenzorg te krijgen. In 2017 wordt daarvoor recurrent 16,5 miljoen vrijgemaakt. Vanaf 2020 wordt dat budget automatisch toegekend aan al wie binnen de minderjarigenzorg meerderjarig wordt en verder een beroep op zorg moet doen. “Nu was er de tussenoplossing waarbij zij verder tot de leeftijd van 25 jaar in een voorziening voor minderjarigen konden verblijven. Maar soms werd daardoor niet de ondersteuning geboden die nodig was”, aldus van der Vloet.
Budget zelfstandig besteden
“De kracht van de persoonsvolgende financiering is dat de persoon met een beperking zelf zal kunnen kiezen hoe hij die middelen inzet. De ondersteuning waarvoor hij kiest kan maar hoeft niet dezelfde te zijn als die waarop hij een beroep deed als minderjarige. Voor de N-VA moeten personen met een beperking dat budget zelf kunnen besteden daar waar ze zelf het liefst hun zorg en ondersteuning inkopen”, besluit van der Vloet.